Honderd jaar geleden – op 12, 15 en 19 augustus 1923 – trokken 15 praalwagens, 66 groepen en 2000 figuranten door de stad! Met deze 2,5 kilometer lange ‘Juweelenstoet’ vierde Antwerpen de heropleving van de diamantnijverheid na de oorlogsjaren. Kosten noch moeite werden gespaard. Gespreid over drie dagen zouden minstens anderhalf miljoen mensen getuige zijn geweest van het spektakel. Met de stoet zette de diamantsector de stad Antwerpen weer helemaal op de kaart als diamantcentrum van de wereld.
Aan het einde van 1922 ontstond in het Antwerpse diamantmilieu het idee om de sector weer op de kaart te zetten. De oorlogsjaren bleken nefast voor de diamanthandel, maar stilaan was die er weer bovenop geraakt. In de ‘stad der stoeten’ was er natuurlijk maar één manier om dit te vieren en de wereld opnieuw te tonen waar het diamantcentrum van de wereld lag. Een gelegenheidscomité met verschillende verenigingen ging aan de slag met de organisatie. Piet van Engelen, schilder en professor aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, werd aangesteld als hoofd van de artistieke uitwerking van de stoet. De ontwerpen van de stoet met vijftien wagens werden op 14 mei 1923 voor het eerst in de handelsbeurs voor diamant voorgesteld aan de pers en het bestuur van de stad Antwerpen. De stad was namelijk niet betrokken bij de organisatie. De diamantsector zag het event deels als geschenk aan de stad en zijn bevolking. Het stadsbestuur schoot enkele uitgaves voor en nam de internationale promotie en de affiche op zich.
@tom, nieuwe foto te voorzien van affiche, werd nog niet gedigitaliseerd.
Affiche voor de Juweelenstoet in Antwerpen, 1923. Collectie stad Antwerpen, DIVA, inv.nr. P2021/4.
Elke praalwagen had een specifiek thema. Naast landen zoals Polen, Indië en Frankrijk werden ook de diamantwinning in kolonies, bijvoorbeeld Congo en Zuid-Afrika, verbeeld. Het comité wou namelijk naast het tonen van de pracht en praal ook historische en volkskundige verhalen vertellen. Tussen de wagens liepen figuranten, muzikanten en verschillende dieren: paarden, muilezels, kamelen, olifanten en zelfs zebra’s.
Een van de wagens was helemaal gewijd aan Lodewijk van Bercken, die in de 15de eeuw volgens de legende het diamantslijpen had gemoderniseerd. Het verbaast dan ook niet dat hij figureert op de affiche, met de typische houding waarin hij zijn eerste geslepen diamant vasthoudt. Een andere wagen, “De Aarde, voortbrengster der edelgesteenten” verbeeldde elke edelsteen aan de hand van de kleuren van de jurken die de vrouwen droegen. De vrouwen, familieleden van vooraanstaande leden uit het comité, droegen ook allemaal juwelen met echte edelstenen. Deze wagen alleen was verzekerd voor 37 miljoen Belgische Frank (vandaag ongeveer zo’n 60 miljoen euro). Dit doet vermoeden dat het hele kostenplaatje enorm moet zijn geweest. De gehele stoet werd niet enkel volledig gefinancierd door de sector, ook liepen er meer dan 2000 figuranten mee die allen werkten in het Antwerpse diamantmilieu. Mannen, vrouwen en kinderen werden in de maanden vooraf dan ook meermaals aangespoord via de gespecialiseerde pers om mee te werken aan het hele gebeuren.
Ontwerp van de wagen “De Aarde, voortbrengster der edelgesteenten” door Jos Ratinckx
De stoet zou op drie verschillende dagen uitgaan, 12, 15 en 19 Augustus, telkens via een andere route. Ze werd ook gecombineerd met de gemeentefeesten die de stad organiseerde, waardoor er ook veel randanimatie aanwezig was en de feestelijke sfeer gegarandeerd was. Toch verliep niet alles vlekkeloos. De verschillende routes werden meermaals aangepast, zelfs tot daags voor de eerste uitgang. Een test op 6 augustus wees uit dat sommige straten gewoonweg te smal waren voor de stoet, en ook de initiële lengte zorgde voor meerdere aanpassingen in de route. Toen het comité bericht kreeg dat het koningspaar bij de eerste uitgang aanwezig zou zijn in plaats van bij de laatste, moest men de routes nogmaals aanpassen om ook het Koninklijk Paleis op de Meir te kunnen aandoen. Kortom, de “wegwijzers” die de pers publiceerde, bleken vaak de dag zelf nog gewijzigd te zijn.
Hoewel er ook problemen waren met de stoet zelf, was de pers – zowel in binnen- als buitenland – unaniem positief over het evenement. Dat er heel veel volk op de been was bevestigden ook de krantenartikelen. Steevast werd er bericht over zeeën van mensen al enkele uren voor elke uitgang. Exacte cijfers zijn er niet maar naar schatting zag anderhalf miljoen mensen de stoet voorbijkomen. In de kranten vinden we ook advertenties van mensen die accommodatie en slaapplaatsen aanbieden, of zelfs hun raam verhuren tijdens de optocht, wat nog meer de schaal van het evenement benadrukt.
Bron: Felixarchief
Naar aanleiding van de stoet werden heel wat publicaties uitgegeven. Zo bewaart het museum in de Bijzondere Collecties van de bibliotheek naast het officiële programmaboekje en het gedenkboek, ook enkele fotoboeken. De veelheid, en de diversiteit aan uitgaves van het eenmalige evenement geeft aan welke impact het hele gebeuren op de stad en de toeschouwers moet hebben gehad. Daarnaast is er ook een pamflet van Jos Ratinckx, getiteld “De waarheid over mijn kunstaandeel in de Juweelenstoet van 1923”. Ratinckx had meegewerkt aan de artistieke uitwerking van de stoet. In dit pamflet klaagt Ratinckx aan hoe de samenwerking was verlopen en eiste hij zijn bijdrage aan de stoet op. Zo zou hij het merendeel van de artistieke uitwerking hebben gedaan, maar door Van Engelen en het comité steeds meer zijn tegenwerkt. Een week voor de stoet werd hij uiteindelijk ontslagen, en in de meeste publicaties wordt hij ook niet vermeld. In hoeverre dit relaas van Ratinckx op waarheid is gestoeld is niet gekend. De pers berichtte kort tweemaal over de aantijgingen maar koos uiteindelijk nooit kant, en noch Van Engelen noch het comité hebben ooit gereageerd. Toch toont de publicatie als een van de weinige bronnen dat de uitwerking van de hele stoet toch niet zo vlekkeloos verlopen was.
“Aan ieder eerlijk en onbevooroordeeld mensch laten wij over, zijn oordeel te vellen over sommige lieden, die schaamteloos en zonder eenig besef van plichtsgevoel, zich verlaagd hebben tot het plegen der grofste ondankbaarheid tegenover de grootste offervaardigheid welke ik gedurende negen maanden onafgebroken veil had voor het welgelukken van den Juweelenstoet.”
Jos Ratinckx in “De waarheid over mijn kunstaandeel in den juweelenstoet van 1923”, p. 4
Na de stoet werden de meeste wagens en attributen openbaar verkocht. Het is moeilijk in te schatten of de stoet uiteindelijk het gewenste effect heeft gehad op de sector. We weten uit krantenartikelen wel dat de enorme kosten jaren later nog altijd niet gedekt waren. Een Nederlandse krant berichtte dat stoeten van twintig jaar ervoor ook nog steeds schulden hadden. Desalniettemin is dit voor velen ongetwijfeld één van de grootste evenementen ooit.