Tot op heden was er geen overzichtswerk beschikbaar waarmee Antwerps edelsmeedwerk uit het ancien régime geïdentificeerd kon worden. Met dit boek van zilverspecialist Anne-Marie Claessens-Peré wordt nu voor het eerst een systematisch overzicht gebracht van zowel stadskeuren, jaarmerken als meestertekens die tussen 1456 en 1798 in Antwerpen gehanteerd werden. Het is een uitgave van het DIVA museum in samenwerking met de Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België vzw. Het boek bevat ook enkele primeurs zoals nieuwe identificaties en de ontdekking van Antwerpse objecten daterend uit de 16e eeuw in buitenlandse instellingen.
Boekverkoop Antwerpse goud- en zilvermerken 1456-1798 is te koop in de museumshop aan € 59.
Wil je graag zeker zijn van een exemplaar? Reserveer het alvast via dit formulier.
Extract uit het boek:
Pg 7 - 9.
Woord vooraf
Voor de publicatie van Antwerpse goud- en zilvermerken 1456–1798 hebben de Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België vzw en DIVA, het museum voor diamant, juwelen en zilver in Antwerpen, de handen in elkaar geslagen. Beide partners hebben immers tot doel de kennis met betrekking tot zilver uit België en de Lage Landen te delen. Voor de identificatie van edelsmeedwerk is het immers van wezenlijk belang dat overzichten van stadskeuren, dekenletters of jaarmerken en meestertekens beschikbaar zijn, zeker voor productiecentra waarvan de koperen, loden, tinnen of zilveren platen waarop de merken systematisch werden afgeslagen of op papier getekende of afgestempelde merken verloren zijn gegaan. Dat is het geval voor Antwerpen, waar deze bronnen voor de 15de tot en met de 18de eeuw ontbreken. Enkel aan de hand van gesigneerde, goed gedocumenteerde en gedateerde objecten kan mits eenduidige interpretatie – en dat is zeker niet altijd het geval – en systematische inventarisatie een reconstructie gemaakt worden.
Sinds de jaren 1950 werd door zilverspecialist Piet Baudouin, conservator van het Provinciaal Museum Sterckshof en een van de stichtende leden van de Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België, hiertoe een systematische (fotografische) documentatie aangelegd die in de loop der jaren werd aangevuld, in het bijzonder door Anne-Marie Claessens-Peré. Deze documentatie is een waardevol werkinstrument dat via deze publicatie gevaloriseerd wordt.
Voorheen was er immers geen duidelijk geïllustreerd overzicht van de Antwerpse stadskeuren, een (gekroonde) hand en de daarbij horende deken- of jaarletters (tot 1749/50) en jaarcijfers (1750–1797), voor handen. Ook voor de meestertekens ontbrak het aan een systematische index. Tabellen met deken- of jaarletters werden wel opgenomen in enkele overzichtswerken met betrekking tot Belgisch zilver en in (internationale) referentiewerken werden enkele van die jaarletters samen met de stadskeuren in getekende vorm afgebeeld.
Het aantal gepubliceerde meestertekens die voorkomen met Antwerpse stadskeuren of aan Antwerpse meesters worden toegeschreven is aanvankelijk beperkt, maar dankzij artikels, gepubliceerde inventarissen en geïllustreerde tentoonstellingscatalogi met aandacht voor de merken nam dat gestaag toe.
Dr. Stuyck beeldt in 1984 voor Antwerpen 182 nagetekende merken af, aangevuld met 145 merken die hij woordelijk beschrijft. Een aanzienlijke toename ten aanzien van het in 1928 gepubliceerde Der Goldschmiede Merkzeichen van Marc Rosenberg, waar 73 nummers voorbehouden werden voor Antwerpse meester(teken)s uit het ancien régime.
Een belangrijke mijlpaal in het onderzoek en de kennis van Antwerps zilver is de dubbeltentoonstelling die in 1988–1989 werd georganiseerd met venues in het Rockoxhuis en het Rubenshuis: Zilver uit de gouden eeuw van Antwerpen en Antwerps huiszilver uit de 17e en 18e eeuw. In de bijhorende catalogi werden respectievelijk 49 en 97 foto’s van meestertekens in de merkenindex opgenomen.
De titel van het tweede luik geeft ook aan dat het religieus zilver niet mee in de scope werd genomen, maar ook juwelen en klein zilver, zoals boekbeslag, kwamen niet of nauwelijks aan bod.
Online inventarissen van onder andere het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Erfgoed Inzicht, het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) en Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN) vormden naast de documentatie van DIVA een belangrijke toegang om Antwerps zilver te traceren en de bijhorende merken te controleren. Een geduldwerk dat auteur Anne-Marie Claessens-Peré met veel doortastendheid heeft opgenomen, aangevuld met talloze bezoeken aan kerken en kloosters in België en Nederland.
De objectlijsten gerubriceerd per meesterteken zijn daarvan de stille of moeten we zeggen sprekende getuigen. De vele beheerders, medewerkers en vrijwilligers van kerken, kloosters, musea en verenigingen in binnen- en buitenland, die informatie en beeldmateriaal deelden met auteur en uitgever, zijn we daarom zeer erkentelijk. Op deze wijze konden niet minder dan 359 meestertekens, waaronder ook tal van varianten op eerder bekende merken en moeilijk of niet te interpreteren exemplaren, in dit repertorium opgenomen worden. De opeenvolgende alfabetten met jaarletters en -cijfers werden verder aangevuld en op basis van inhoud en vorm enerzijds en archiefstukken en gedateerde objecten anderzijds gerangschikt.
De auteur kon bij de voorbereiding rekenen op de gewaardeerde assistentie van medewerkers van DIVA, niet in het minst voor het consulteren en inscannen van documentatie en fotomateriaal. Samen met grafisch vormgever en typograaf Frederik Hulstaert werd onder supervisie van de redacteurs tekst en beeld in een overzichtelijk geheel gegoten.
Het boek zal zowel liefhebber als professional behulpzaam zijn bij de identificatie en datering van Antwerpse gouden en zilveren voorwerpen van 1456 tot 1798. In combinatie met Het Grootwerk van Godelieve van Hemeldonck, het biografisch repertorium van Antwerpse edelsmeden, vormt het de basis voor verder onderzoek naar Antwerps goud en zilver, waarover zeer zeker nog niet het laatste woord geschreven is. Tal van meestertekens konden immers nog niet geïdentificeerd worden of met honderd procent zekerheid aan een meester of atelier toegeschreven worden, maar vanuit wetenschappelijk oogpunt is het zowel voor DIVA als de Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België des te belangrijker om de huidige stand van zaken in het onderzoek te publiceren, zodat daarop verder gebouwd kan worden.
Het woord vooraf werd geschreven door:
Voorzitter Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België
Algemeen secretaris Academie voor de Geschiedenis van de Edelsmeedkunst in België
Directeur ad interim DIVA
Hoofd collectie en onderzoek DIVA